Overgewicht en obesitas kunnen vele (mede) oorzaken hebben. Zo spelen erfelijkheid, ontwikkeling, gedrag en omgevingsfactoren allen een rol in het ontwikkelen van overgewicht en obesitas. Daarnaast kunnen ook aandoeningen zoals stofwisselingsziektes, spierziektes, de ziekte van Cushing, slaapgebrek en stress invloed hebben op het gewicht, als ook het gebruik van sommige medicijnen.
Een langdurige verstoring in de balans tussen de hoeveelheid eten en de hoeveelheid beweging is bij de meeste mensen de oorzaak van overgewicht of obesitas. Overgewicht kan ontstaan als er meer calorieën gegeten worden dan wat er aan energie verbruikt wordt door het lichaam. In onze samenleving is calorierijk voedsel voor de meeste mensen onbeperkt beschikbaar. Het is nog onduidelijk waarom dit bij de één wel, en bij de ander niet tot overgewicht en obesitas leidt.
De meeste lichamen zijn niet gewend aan de overvloed aan voeding. De mens beschikt namelijk over een heel effectief systeem om lichaamsvet op te slaan. Dit was ooit belangrijk om te overleven in tijden van voedselschaarste. Anders gezegd: onze lichamen zijn heel goed in het opslaan van (te veel) eten in de vorm van vet, omdat we vroeger soms langere tijd zonder eten zaten.
Bij het ontstaan van overgewicht en obesitas spelen twee mechanismen een belangrijke rol:
Een positieve energiebalans: de energie-inname is groter dan het energieverbruik, waardoor het gewicht toeneemt
Een aanpassing van de energiehuishouding naar een verhoogd lichaamsgewicht: de ‘thermostaat’ van het lichaamsgewicht gaat omhoog. Dit zorgt ervoor dat veel mensen na het afvallen door bijvoorbeeld een dieet, na verloop van tijd weer aankomen. Het lichaam zal blijven proberen om weer aan te komen. Waarom dit zo is, wordt nog niet goed begrepen.
De afgelopen 50 jaar is er veel veranderd op het gebied van eten. Supermarkten hebben nu bijvoorbeeld een heel ander aanbod dan in 1970. Wat er dagelijks op de Nederlandse borden ligt is daarmee ook flink veranderd! Hoeveel deze veranderingen in voeding te maken hebben met de toename van overgewicht en obesitas, is wereldwijd al lange tijd onderwerp van discussie. De consumptie van snacks met een hoog suiker- en vetgehalte is de afgelopen tientallen jaren drastisch toegenomen. Gemiddeld gezien eten mensen nu elke dag veel meer dan vroeger.
Recente onderzoeken laten zien dat het eten van bewerkt voedsel en gezoete dranken de energiehuishouding aanpast en dus invloed heeft op het gewicht. Dit staat los van de hoeveelheid calorieën die erin zitten! Het lijkt er dus op dat de samenstelling van ons eten belangrijk is. Het aanbod van bewerkt voedsel in de supermarkten is de laatste tientallen jaren sterk toegenomen, en daardoor eten we dus steeds meer bewerkte voeding.
Als de balans tussen de energie-inname en het energieverbruik van het lichaam verstoord is, leidt dit tot een verandering in gewicht. Als je minder gaat eten verandert deze energiebalans en zal het gewicht meestal dalen. Bij het lagere nieuwe gewicht gaat ook het energieverbruik van het lichaam naar beneden en zo ontstaat er een nieuwe energiebalans. Het afvallen stopt dan. Hetzelfde geldt andersom voor gewichtstoename. Als je meer eet, dan zal het gewicht toenemen totdat er weer een nieuwe energiebalans ontstaat bij het hogere nieuwe gewicht.
Gewichtsverlies door minder eten leidt dus tot vermindering van het energieverbruik door het lichaam. Maar daarnaast geeft minder eten vaak juist een verhoogde drang om te eten!
Deze reactie van het lichaam belemmert verder gewichtsverlies en bevordert herstel van het oude lichaamsgewicht. In de volksmond wordt dit ook wel het jo-jo effect genoemd.
Deze reactie wordt zowel gezien bij mensen met een normaal lichaamsgewicht als bij mensen met overgewicht of obesitas. Het lichaam van mensen met obesitas reageert alleen veel heviger hierop.
Het lijkt er dus op dat wanneer er eenmaal obesitas ontstaat, het lichaam probeert dit overgewicht te behouden. Het is op dit moment nog niet duidelijk waarom mensen met obesitas deze reactie heviger hebben. En, nog belangrijker, hoe dit tegen kan worden gegaan.
De energiehuishouding speelt dus een belangrijke rol in de ontwikkeling en het in stand houden van overgewicht en obesitas. Alleen wanneer een blijvende aanpassing wordt gedaan in energie-inname (voeding) of energieverbruik (bewegen) zal de verandering in gewicht ook blijven. Met kortdurend diëten of kortdurend sporten en dan weer stoppen houd je het gewichtsverlies dus niet vast.
Een enkele keer wordt obesitas veroorzaakt door een afwijking in één gen betrokken bij de regulatie van het gewicht. Zo’n afwijking in een gen met grote effecten zoals het ontstaan van obesitas wordt een mutatie genoemd. Deze vorm van obesitas wordt mono-genetische obesitas genoemd.
Voorbeelden hiervan zijn:
Ook zijn er verschillende syndromen met een onderliggende genetische oorzaak die obesitas kunnen veroorzaken. Naast obesitas zijn er bij deze syndromen ook vaak verstandelijke beperkingen of uiterlijke afwijkende kenmerken aanwezig, zoals bijvoorbeeld een groeiafwijking.
Voorbeelden van deze syndromen zijn:
Deze syndromen zijn zeldzaam en uiten zich meestal door een zeer jong ontwikkelde ernstige obesitas vóór de leeftijd van 5 jaar, soms in combinatie met een ongeremde eetlust. Andere kenmerken zijn een kleine lichaamslengte, een ontwikkelingsachterstand of leerproblemen.
Polymorfismen
Veel vaker komen er subtielere variaties voor in een gen. Zo’n veel voorkomende variatie met een kleiner effect wordt een polymorfisme genoemd.
De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar relatief veel voorkomende polymorfismen en (over)gewicht. Op dit moment zijn er meer dan 100 loci (de positie in het chromosoom waar een gen met polymorfismen zich bevindt) bekend die verband houden met overgewicht. De meeste van deze loci regelen de aanmaak van eiwitten die belangrijk zijn in de hersenen. Dit past bij de bevindingen van veel wetenschappelijk onderzoek, waarin de hersenen als centraal punt zijn gevonden waar energiehuishouding geregeld wordt.
Erfelijke aanleg lijkt maar een klein deel (3 tot 5%) van de verschillen tussen personen om obesitas te ontwikkelen te kunnen verklaren. Dit komt mogelijk doordat niet erfelijkheid op zich, maar de combinatie van erfelijkheid met de omgeving een verhoogde kans op het krijgen van overgewicht kan geven. Er is helaas nog veel onduidelijk, daarom zijn er nog veel grotere onderzoeken nodig om deze verklaring te vinden. Daarnaast is het van groot belang om te achterhalen welke genen juist kunnen beschermen tegen het ontwikkelen van overgewicht en obesitas.